maandag 27 oktober 2014

Lekker maandje

Polo Beach
We lopen naar het einde van onze sabbatical en alle vakanties zitten erop. Maar niet getreurd, want ook thuis is genoeg te doen. Het is nu echt laagseizoen, dus er zijn weinig toeristen, en wij nemen het ervan met een paar dagjes uit. "Vakantie rundum Hause" zoals we dat vroeger noemden.

Zo hoorden we begin oktober over een nieuwe tour, de Banana Republic Tour, eentje die eens iets anders biedt dan de gebruikelijke dolfijnen, snorkelen en strand (wat overigens ook heel leuk is, maar die kennen we al). Deze tour neemt je mee naar de geschiedenis van de eilanden en vertelt met name over de bananen- en suikerplantages en de invloed die dat gehad heeft op het gebied.

Een oude plantage, nu weer overwoekerd
In zo'n 3 uur varen we naar diverse locaties in de archipelago waar de gids honderduit vertelt. Natuurlijk weten we dat dit gebied is ontdekt door Columbus. Op 5 oktober 1502, tijdens zijn vierde en laatste tocht, doet hij Isla Colón aan om zijn twee door storm beschadigde schepen te repareren. De eerste (blijkbaar Engelstalige) immigranten volgen pas in 1745.
Eind 19e eeuw vestigt de Duitse Snyder Banana Company zich op Colón en zij beginnen met de aanleg van het Snyder Kanaal (van Colón naar het vasteland waar later Changuinola zou komen), niet alleen om bananen en suiker naar het vasteland te vervoeren, maar ook een keur aan materialen die nodig waren om Changuinola op te bouwen. In 1899 wordt de Snyder Banana Co. overgenomen door de United Fruit Company (wat later Chiquita zal gaan heten); zij bouwen het kanaal af en het bedrijf floreert in de decennia daarna.
Begin 20e eeuw is het eiland Colón bezaaid met plantages, er rijden stoomtreintjes die zowel goederen als werknemers vervoeren en is er zelfs een telefoon netwerk om het contact met alle plantages en het hoofdkantoor van de United Fruit Company in Bocas te onderhouden. Bocas is een levendige stad met statige gebouwen, hotels, restaurants, casino's en bioscopen.

Snyder Kanaal, inmiddels niet meer in gebruik
Helaas is er heel weinig van terug te vinden. Alle plantages, de treinrails en het telefoon netwerk zijn verdwenen en terug geëist door het oerwoud; het Bocas van de gloriedagen is grotendeels door een brand verwoest.
Het enige zichtbare restant van de bananen-geschiedenis is Hospital Point. Gelegen op de punt van het nabij gelegen Isla Solarte, werd het hospitaal in 1900 door United Fruit Company gebouwd om de malaria en gele koorts slachtoffers te verzorgen, waarmee ze (dankzij de geïsoleerde locatie en de pas verworven kennis dat beide ziektes door muggen werden overgedragen) er in slaagden om in korte tijd deze ziektes in het gebied volledig te verbannen.
Al met al een hele leuke en vooral interessante tour.

Mijn verjaardag vieren we met stille trom. Traditie-getrouw trakteren we onszelf thuis op heerlijke hapjes,een goeie fles wijn en koffie met likeur na.

Polo Beach
De dag erna is Chris (de nieuwe eigenaar van Tio Tom) jarig en hij nodigt zijn vrienden uit voor een dagje Polo Beach. Rond 11 uur varen we met een afgeladen boot naar de noordzijde van Bastimentos. Polo Beach is van Polo, een kleurrijke local van inmiddels 71 jaar met twee passies: drank en vrouwen. Volgens de legende zou hij zijn stuk land inclusief strand al drie keer voor grof geld verkocht hebben, maar hij zit er nog steeds...
Het is prachtig weer, de zee is heerlijk en de talrijke palmbomen zorgen voor voldoende schaduw. Er is kip op de barbecue (aangevuld met de hier onvermijdelijke rijst en bonen) en natuurlijk genoeg te drinken.

Polo Beach
Maar Polo Beach is ook een mooie duikplek en omdat we er nu toch zijn hebben we onze duikspullen mee genomen en Michel (de nieuwe eigenaar van Scuba 6), die ook uitgenodigd is, heeft een paar tanks meegenomen. Dus voordat we ons in het feestgedruis storten, gaan we eerst met z'n drieën een prachtige duik maken!

vrijdag 3 oktober 2014

"Weekendje weg"


Onze laatste vakantie van dit jaar is eigenlijk meer een weekendje weg. Zoals we vroeger in Nederland wel eens een lang weekend in eigen land gingen genieten van een mooie omgeving en een goed hotel, zo doen we dat deze keer in Panama, alleen nu is het "weekendje weg" midden in de week. We gaan naar de zuidkust, naar Boca Chica, dat aan de Stille Oceaan ligt.

Het eerste gedeelte van de reis er naartoe is de bekende, ongeveer vijf uur durende, route naar David met watertaxi, boot en bus. Van daaruit is het nog ongeveer drie kwartier met de volgende bus en dan nog een half uurtje met een collectivo, een klein lokaal busje.


Boca Chica is een klein vissersdorpje en ligt behoorlijk afgelegen. Er komt niet zo heel veel toerisme en er zijn geen voordelige hostels, slechts enkele hotel resorts, dus we gaan verplicht voor luxe. Niet dat we klagen want het hotel is schitterend. De kamer is een ruime cabaña met terras die uitkijkt op een mooie tuin met daarachter de baai. Er is een heerlijk zwembad met ligstoelen en parasols, een gezellige bar en een mooi restaurant waar ze zalige gerechten serveren. Kortom: ouderwets genieten!


Maar de belangrijkste reden dat we juist hier naar toe gekomen zijn, is de walvis-tour. Tussen mei en november krijgen de walvissen in deze regio kalveren en trekken ze richting de evenaar. Dus de volgende ochtend, na een heerlijk ontbijt, stappen we om 9 uur in de boot van het hotel die ons meeneemt in de Golfo de Chiriquí. De baai is bezaaid met ontelbare, kleine (vaak onbewoonde) eilanden en rotspartijen. De eilanden zien er heel anders uit dan bij ons aan de Caribische kust. Ze zijn veel rotsachtiger en minder begroeid.


Na zo'n half uur varen, ontdekken we de eerste bultrug walvis. We zien de ronding van een rug (vandaar de naam bultrug) met een kleine rugvin door het wateroppervlak breken. We proberen hem een beetje te volgen als de kapitein plotseling in de verte wijst. Een heel stuk verderop zien we een enorm lichaam uit het water omhoog komen en met een grote golf van opspattend water weer in de zee verdwijnen. Het verbaast ons dat we, ondanks dat het zo ver weg is, het zo goed kunnen zien. Die dieren moeten echt gigantisch groot zijn. Terwijl de kapitein het gas open gooit en in die richting vaart, zien we regelmatig walvissen springen en met een enorm watergeweld weer in de zee plonzen.


Als we eenmaal ter plaatse zijn, is er nog een tweede boot gearriveerd. Met de bootjes in de buurt, springen de dieren niet meer uit het water, maar we zien ze overal om ons heen zwemmen. Iedere keer zien we weer een rugvin door het water breken, meestal twee bij elkaar en vaak ook met een kleintje erbij. Wat we boven water te zien krijgen is maar een klein gedeelte van het beest maar de breedte van die rug is al zó imposant dat we ons wel een voorstelling kunnen maken van de grootte van deze magnifieke dieren. We blíjven foto's maken. Heel af en toe zien we ook een zij-vin of een gedeelte van de kop boven water komen, maar op die momenten zijn we natuurlijk weer te laat met onze camera om het vast te leggen.


We zouden nog wel uren kunnen kijken, maar na anderhalf uur vertrekken we en worden we naar een mooi wit strand gevaren waar we nog een uurtje lekker genieten van zon en zee. Op de terugweg naar het hotel, ontdek ik weer een paar bultruggen, en blijven we toch weer een tijdje tussen de dieren ronddobberen.


Na nog een middagje zwembad en een avond culinair smullen, zit ons "weekendje" er al weer op. Op de terugreis stoppen we natuurlijk een paar uur in David om inkopen te doen, want als je dan toch in de grote stad bent, moet je daar wel gebruik van maken. Op de rit van David naar huis, valt het ons op dat er ontzettend veel bomen en takken zijn omgevallen en afgebroken en eenmaal thuis horen we dat er die ochtend een enorme storm, met hoosbuien en wervelwinden, heeft gewoed. Die zijn we aan de zuidkust dus mooi mis gelopen.