zaterdag 23 april 2016

Tochtje


Ondertussen in Indonesië... gaat het leven gewoon door. Ik ben de ochtenden onder de pannen in het hotel en Roberto vermaakt zich thuis, babbelt af en toe met de buren (onze Indonesische buurman heeft een Nederlandse vriendin die een paar dagen over is) en wordt op zondagochtend zelfs op de koffie gevraagd door onze huisbaas.


En we gaan eindelijk maar eens 'toeristje-spelen'. Dinsdag morgen stappen we op ons brommertje om de Cunca Wulang watervallen te gaan bezoeken. Het is een tochtje van 30 km landinwaarts over een, voor Flores standaard, redelijk goeie weg. In eerste instantie rijden we langs uitgestrekte groene velden, maar al snel nadat we Labuan Bajo achter ons hebben gelaten, wordt het bergachtiger met een rijke begroeiing van loof-, palm- en bananenbomen. Gestaag zigzaggen we naar boven vanwaar we een prachtig zicht hebben over het land en op de zee.


Na zo'n 26 km staat een klein bordje waar we moeten afslaan. Dit pad is (zelfs voor Flores maatstaf) een stuk minder en af en toe geheel afwezig, met alleen maar diepe moddersporen en verstrooide keien. In een slakkengangetje hotsebotsen we de laatste 4 km weer een heel stuk naar beneden.


Dan komen we aan bij een kruispunt met wat houten gebouwtjes waar de eerste de beste mensen die we tegenkomen uitgebreid staan te zwaaien en gebaren, terugwijzend in de richting waar we vandaan gekomen zijn. Eén van de houten gebouwtje blijkt het toeristenkantoortje te zijn, maar die is erg gesloten. Er hangt een brief in het Bahasa (Indonesisch) dat dateert van de dag ervoor.


De man die net al had staan zwaaien komt het pad aflopen en schudt driftig met zijn hoofd en handen. Hij is waarschijnlijk degene die het kantoortje normaal gesproken bemant en het is ons nu wel duidelijk dat het niet open is vandaag. De vrouw van het winkeltje aan de overkant van het kruispunt spreekt redelijk Engels en legt ons uit dat er een paar dagen geleden een ongeluk is gebeurd bij de watervallen. Twee Maleisische meisje die bij de waterval in het meer gesprongen zijn (dat is nl. de grote attractie van de waterval) zijn verdronken, evenals een lokale jongen die hen wilde redden... Dus, sinds gisteren, is er een verordening dat de watervallen te gevaarlijk zijn op het moment en niet bezocht mogen worden... Tja, het wil niet echt meezitten met onze toeristische uitstapjes hier!



Omdat we er nu toch zijn, maken we maar gewoon een ommetje rond het dorpje. Voor we het goed en wel door hebben, loopt er een jonge knul met ons mee die in gebrekkig Engels vertelt dat we niet naar de watervallen kunnen, maar dat hij ons wel kan rondleiden. Waarschijnlijk is het één van de gidsen die nu ook zonder werk zit, dus vooruit maar. We wandelen door het dorpje en de omliggende jungle. Naar de waterval gaan we dus niet, maar onze zelf-benoemde gids heeft op zijn telefoon nog wel een foto van hoe en waar er dan in het water gesprongen werd.


Na een uurtje hobbelen we het keienpad weer terug en slingeren we via de hoofdweg op ons gemakkie terug naar Labuan Bajo met onderweg nog wat leuke foto-stops.



vrijdag 15 april 2016

Einde oefening

Velen van jullie zullen zich de afgelopen maanden afgevraagd hebben waarom er zo weinig geblogd wordt. We zitten tenslotte in een nieuwe omgeving en jullie verwachten van mij de gebruikelijke uitgebreide verhalen over het leven, de natuur, de cultuur en andere aanverwante zaken in Indonesië. Helaas hebben we nauwelijks tijd gehad om veel van die ervaringen op te doen. Vanaf dag 1 dat we hier zijn aangekomen, zijn we druk geweest met werk.

De eerste twee en halve week zijn we zeer intensief ingewerkt omdat Marij daarna voor ruim 5 weken op vakantie zou gaan. Daarna werden we met kop en kont in het diepe gegooid tijdens de Dock periode, ruim een maand waarin niet alleen beide boten op het droge gingen om geheel opgeknapt en gerenoveerd te worden maar ook het kantoor en alle (duik)materialen onder handen genomen moesten worden. Dat was beslist niet eenvoudig maar hebben we wel tot een goed einde gebracht.
We waren dan ook best blij dat Marij, met een week vertraging, na 6 weken terug kwam, want we gingen ervan uit dat, met het duikseizoen inmiddels weer begonnen, de werkzaamheden zich een beetje zouden normaliseren.

Dan nog maar even een foto van "dicht-bij-huis"
Helaas,dan begint de ellende pas goed, want al heel snel blijkt dat er met de baas niet te werken valt. Hoewel het bedrijf al 10 jaar bestaat (en hoogstwaarschijnlijk altijd op dezelfde manier heeft gefunctioneerd) heeft ze nog steeds Utopiaanse ideeën over hoe de dingen zouden moeten werken en geeft ze die opdrachten alsof we dat gisteren al bedacht en uitgevoerd hadden moeten hebben. Maar als het vervolgens beslissingen of consequenties van haar kant verlangt, krabbelt ze terug of zwakt ze het af en ondermijnt daarmee de hele situatie.
En omdat het nooit gaat zoals zij het wil, stampt ze hele dagen als een briesend paard door het kantoor en communiceert ze in grauwen en snauwen, wat uiteraard erg bepalend is voor de sfeer. Als je dan werkdagen van gemiddeld 12 uur per dag maakt, is de lol er snel vanaf.

Uiteraard hebben we een paar keer geprobeerd hierover te praten, maar eigenlijk verandert er niets en de volgende dag zitten we weer met hetzelfde gemopper, geklaag en zure gezicht. Na een maand heeft ons dat zoveel negatieve energie gekost dat we ons realiseren dat dit nooit gaat werken en we besluiten op te stappen. We hebben nog een poging gedaan om op een leuke manier uit elkaar te gaan maar als ook dat niet lukt, kunnen we maar tot één conclusie komen: het is helemaal niet "goddelijk" bij Divine Diving...

Hoewel we nu wel met een probleem zitten (we moeten immers toch weer iets vinden om onze boterham mee te verdienen) valt er een last van onze schouders. Na een paar dagen ontlading gaan we ons nu maar weer op de toekomst richten.
De bezigheden in het hotel zijn ontzettend leuk en worden daarbij ook nog eens enorm gewaardeerd dus daar kan ik de ochtenden blijven. En verder gaan we weer op zoek. Als we hier iets kunnen vinden, is dat leuk maar de realiteit gebiedt ons om een ruimere blik te nemen. Eigenlijk zou rond deze tijd voor ons een verblijfs- en werkvergunning aangevraagd moeten worden. Maar aangezien het bedrijf dit aan moet vragen, gaat dat nu niet gebeuren (en voor mijn part-time functie is het ook niet echt aannemelijk om een vergunning aan te vragen). Ons sociaal visum kunnen we nog een paar maanden verlengen maar loopt begin juli af. Nou zijn er in dit soort landen altijd wel weer mazen in het net te vinden maar dat zal niet een lange termijn oplossing zijn.
Oftewel, back to the drawing board: we stellen ons weer beschikbaar op de wereld-arbeids-markt.

Tja Rob, welke toekomst ligt er aan de horizon?
En in de tussentijd moeten we er maar een beetje van genieten. Want hoewel we hier nu 3 maanden zitten, hebben we nog niets gezien van Flores, zijn we nog geen Komodo-varaan tegen gekomen en heb ik zelfs niet één keer gedoken (Rob is zowaar 1 dag mee geweest). En het zal ons toch niet gebeuren dat we straks hier alweer weg zijn, voordat we deze must-do's van ons lijstje afgestreept hebben...