Ondertussen in Indonesië... gaat het leven gewoon door. Ik ben de ochtenden onder de pannen in het hotel en Roberto vermaakt zich thuis, babbelt af en toe met de buren (onze Indonesische buurman heeft een Nederlandse vriendin die een paar dagen over is) en wordt op zondagochtend zelfs op de koffie gevraagd door onze huisbaas.
En we gaan eindelijk maar eens 'toeristje-spelen'. Dinsdag morgen stappen we op ons brommertje om de Cunca Wulang watervallen te gaan bezoeken. Het is een tochtje van 30 km landinwaarts over een, voor Flores standaard, redelijk goeie weg. In eerste instantie rijden we langs uitgestrekte groene velden, maar al snel nadat we Labuan Bajo achter ons hebben gelaten, wordt het bergachtiger met een rijke begroeiing van loof-, palm- en bananenbomen. Gestaag zigzaggen we naar boven vanwaar we een prachtig zicht hebben over het land en op de zee.
Na zo'n 26 km staat een klein bordje waar we moeten afslaan. Dit pad is (zelfs voor Flores maatstaf) een stuk minder en af en toe geheel afwezig, met alleen maar diepe moddersporen en verstrooide keien. In een slakkengangetje hotsebotsen we de laatste 4 km weer een heel stuk naar beneden.
Dan komen we aan bij een kruispunt met wat houten gebouwtjes waar de eerste de beste mensen die we tegenkomen uitgebreid staan te zwaaien en gebaren, terugwijzend in de richting waar we vandaan gekomen zijn. Eén van de houten gebouwtje blijkt het toeristenkantoortje te zijn, maar die is erg gesloten. Er hangt een brief in het Bahasa (Indonesisch) dat dateert van de dag ervoor.
De man die net al had staan zwaaien komt het pad aflopen en schudt driftig met zijn hoofd en handen. Hij is waarschijnlijk degene die het kantoortje normaal gesproken bemant en het is ons nu wel duidelijk dat het niet open is vandaag. De vrouw van het winkeltje aan de overkant van het kruispunt spreekt redelijk Engels en legt ons uit dat er een paar dagen geleden een ongeluk is gebeurd bij de watervallen. Twee Maleisische meisje die bij de waterval in het meer gesprongen zijn (dat is nl. de grote attractie van de waterval) zijn verdronken, evenals een lokale jongen die hen wilde redden... Dus, sinds gisteren, is er een verordening dat de watervallen te gevaarlijk zijn op het moment en niet bezocht mogen worden... Tja, het wil niet echt meezitten met onze toeristische uitstapjes hier!
Omdat we er nu toch zijn, maken we maar gewoon een ommetje rond het dorpje. Voor we het goed en wel door hebben, loopt er een jonge knul met ons mee die in gebrekkig Engels vertelt dat we niet naar de watervallen kunnen, maar dat hij ons wel kan rondleiden. Waarschijnlijk is het één van de gidsen die nu ook zonder werk zit, dus vooruit maar. We wandelen door het dorpje en de omliggende jungle. Naar de waterval gaan we dus niet, maar onze zelf-benoemde gids heeft op zijn telefoon nog wel een foto van hoe en waar er dan in het water gesprongen werd.
Na een uurtje hobbelen we het keienpad weer terug en slingeren we via de hoofdweg op ons gemakkie terug naar Labuan Bajo met onderweg nog wat leuke foto-stops.