woensdag 24 februari 2016

Een beetje hetzelfde, maar toch ook anders


Langzaamaan beginnen we onze draai te vinden. Dat gaat wat sneller dan toen we de eerste keer naar Panama gingen, want heel veel dingen zijn toch vergelijkbaar en dat went dus makkelijk.
Het klimaat is ongeveer gelijk aan dat van Bastimentos, gemiddeld rond de 30 graden en (nu in het regenseizoen) af en toe fikse stortbuien. Hoewel ik soms denk dat de luchtvochtigheid hier iets minder is, want de fris gewassen kleding in de kast gaat niet muf ruiken.
Het straatbeeld is vergelijkbaar met Bocas met kraampjes, marktjes en kleine winkeltjes-van-Sinkel, maar ook hier en daar een grotere supermarkt.
De mensen zijn bijzonder vriendelijk en behulpzaam en er heerst eenzelfde relaxte "mañana" sfeer, die ze hier geloof ik "pelan-pelan" noemen (betekent letterlijk: langzaam).


Maar er zijn ook wel wat verschillen. Waar je in Panama gewoon "goeie morgen" of "hi" groet en vraagt hoe het met iemand gaat, is de cultuur in Indonesië toch socialer. De mensen groeten elkaar veel uitgebreider en vooral op de duikschool gaat dat gepaard met ingewikkelde, populaire 'hand-shakes' en omhelzingen. En aan het eind van de dag als je naar huis gaat, zeg je ook weer iedereen uitgebreid gedag (inclusief handen-schudden en omhelzingen) en bedank je voor zijn/haar werk van die dag.


Ook "zaken" gaan veel minder zakelijk. Bij aanvang wordt er eerst minimaal twintig minuten over koetjes en kalfjes gepraat en pas dan komt het eigenlijke onderwerp van gesprek aan de orde. Daar wordt dan een kwartiertje over gebabbeld om daarna weer een sociaal praatje te hebben over familie of het weer. Af en toe kan het ook een moment stilvallen waarbij iedereen dan blijkbaar even z'n gedachten op een rijtje zet.

Nou ja, dit laatste was in Panama eigenlijk ook wel het geval. In het hostel en de duikschool deden we niet anders dan uitgebreid met iedereen kletsen over van alles en nog wat.
Het verschil is dat we hier, na ruim 6 jaar, weer (bij gebrek aan een beter woord) in 'loondienst' zijn. En het blijkt, dat dan onbewust de Hollandse werkethiek weer de kop op steekt: 'je moet jezelf wel waarmaken'. Vooral Rob met zijn directe benadering en zijn handen-uit-de-mouwen-mentaliteit ging direct met iedereen aan de slag... Dat was dus niet de bedoeling. En zeg nou zelf. De reden waarom we het leven in deze landen zo prettig vinden is juist dat alles niet zo hectisch en snel hoeft. Dus op het moment dat we daarop gewezen worden, valt het kwartje gelukkig weer.


Maar goed, het blijft een andere cultuur en het is af en toe toch wennen. Zo heb ik gemerkt dat de Indonesiërs een negatieve vraag met 'ja' beantwoorden, wat (voor ons) heel verwarrend kan zijn.
Een voorbeeldje. Ik moest in het hotel in een bepaalde kamer zijn om iets na te kijken. Ik had de sleutel meegekregen maar toen ik voor de deur stond kwam er net een kamermeisje uit. Ik wist dat de kamer bewoond was, dus ik vraag even of de gasten aanwezig zijn (dan kan ik later terugkomen).
Ik: "No people in the room?"
Zij: "Yes" (inclusief vriendelijke glimlach en hoofdknik)
Ik: "Oh, the people are in?"
Zij: "No" (met nog steeds een glimlach en zelfde hoofdknik)
Nu ga ik twijfelen. Zijn er nu wel of geen gasten aanwezig?
Ik: (wijzend op de kamer) "No people?"
Zij: "Yes"
Ik: "Or yes people?"
Zij: "No"
Deze keer schudt ze haar hoofd (waarschijnlijk om mijn onnozelheid) en voegt ze toe: "No people".
Hoewel ik nu redelijk zeker ben dat er geen mensen aanwezig zijn, klop ik voor de zekerheid toch eerst maar even op de deur voordat ik naar binnen ga...


Maar het is niet alleen maar werk natuurlijk. Onze vrije dagen plannen we steevast met een ontdekkingstochtje in de buurt, maar helaas beslist het lot regelmatig anders.
De eerste vrije dag moesten we met Roberto naar het ziekenhuis en vandaag werd ons ontdekkingsreisje sterk verkort dankzij een lekke band. Gelukkig waren we nog niet heel ver weg en konden we met de brommer terug lopen naar het centrum waar een bandenplakker de band vakkundig en (jawel) snel repareerde. Klaar-terwijl-u-wacht!



maandag 8 februari 2016

De Tuf-Tuf-Club

We logeren inmiddels in het huis van Marij en passen op Zoebel, haar hond. Het huis staat net iets buiten het centrum dus het is erg handig dat we ook van haar brommer gebruik mogen maken. Daar hebben we wel een helm voor nodig, dus we hebben maar meteen onze eerste "diepte-investering" gedaan.
Aan aanbod geen gebrek, maar al gauw blijkt de aanschaf van een passende helm nog een opgaaf. De meeste helmen lijken namelijk maar in één maat beschikbaar, onder het mom "one size fits all", maar die waarheid gaat bij mij niet op. Het is dus even zoeken en vooral veel passen om een helm te vinden die niet 360 graden rond m'n hoofd draait of op m'n neus zakt zodra ik naar beneden kijk. Uiteindelijk vind ik een modelletje dat redelijk past: een flitsende rooie. Rob heeft minder moeite met de maat en kiest een gezapig tweekleurig beige doppie met het ambitieuze logo Harley Davidson (mocht'ie willen).


Sinds een weekje tuffen we dus dagelijks op de scooter door Labuan Bajo. Stel je even voor: Roberto voorop met de computer tas over zijn schouder op zijn rug dragend (handig als het regent want dan wordt'ie minder nat). Ik achterop met mijn rugzak om en de computer-tas op schoot tussen ons in. En Zoebel (die gewend is om op de brommer mee te rijden) op het treeplankje tussen Rob's benen. Als we boodschappen gedaan hebben en terug naar huis rijden hebben we er nog een linnen schoudertas bij en vaak ook nog een extra plastic tas aan de hand. (Ik weet niet waarom maar om de één of andere reden moet ik, als we zo rondrijden, altijd denken aan Meneer en Mevrouw de Bok...)
Het lijkt misschien heel wat maar het is nog niets vergeleken bij de hoeveelheid handelswaar of het aantal familieleden die de lokale bevolking hier af en toe op hun brommertje vervoeren.

Vandaag hebben we een dagje vrij en waren we van plan het stadje wat beter te gaan ontdekken. Helaas loopt het anders. Afgelopen zaterdag wordt Rob wakker met een vreemde open wond op zijn linker onderbeen. Het lijkt op een insectenbeet die is gaan ontsteken maar na twee dagen is het alleen maar groter geworden en heeft hij er nog twee andere bij gekregen.
Het eerste wat we dus gaan ontdekken deze ochtend is het ziekenhuisje. Er is geen dokter (want het blijkt een feestdag te zijn, tw. Chinees Nieuwjaar) maar de verpleegkundige constateert direct dat het geïnfecteerd is. Wat het is of waar het vandaan komt, lijkt niemand te weten maar ze maken het in ieder geval grondig en pijnlijk schoon en Roberto krijgt een arsenaal aan antibiotica (pillen en creme), vitaminetabletten, desinfecterende vloeistof en verbandmiddelen mee.


Siësta op de markt
's Middags klimmen we op de brommer om door het stadje te cruisen maar we komen niet echt ver want Roberto heeft nu toch wel veel pijn aan zijn been. We ontdekken nog wel de lokale markt en besluiten daar nog even overheen te lopen. Daarna keren we terug naar huis en doen het rustig aan. Onze ontdekkingsreis moet maar tot de volgende vrije dag wachten.

De vis-afdeling