zondag 20 maart 2016

Op kamers


Na ruim 6 weken in Marij's huis gelogeerd te hebben verhuizen we 15 maart naar onze volgende woonplek voor nog nader te bepalen tijd. We gaan "op kamers".
De ruimte die we gehuurd hebben is eigenlijk niet meer dan een hotelkamer: een kamer met een bed, een tafeltje en twee stoelen, een klein koelkastje en een badkamer. Hier zullen we (minimaal) het komende half jaar wonen. Op termijn hopen we namelijk Marij's huis te kunnen huren, maar wanneer dat kan is afhankelijk van de bouw van haar nieuwe huis, dus dat is even afwachten.


Voorlopig proberen we van onze kamer zoveel mogelijk een thuis te maken. In principe zijn we van alle basisbehoeften voorzien alleen opbergruimte ontbreekt helaas, dus onze koffers doen dienst als kledingkast (één voor Roberto, de ander voor mijn spullen). Het is een beetje kamperen in eigen huis, maar, zoals jullie op de foto's kunnen zien, ziet het er allemaal keurig netjes en schoon uit en we hebben een prachtige veranda waar we 's avonds heerlijk kunnen bijkomen van onze dag.


De oplettende observant die de foto van de badkamer bestudeert, zal het misschien opvallen dat het toilet geen stortbak heeft. Dat klopt, het toilet wordt "handmatig" doorgespoeld. De grote groene emmer is gevuld met water en met het handemmertje dat ernaast staat, spoel je de wc door. Dit is voor Indonesische (Flores) maatstaf al behoorlijk luxe want de meeste toiletten zijn hier nog "hurk-toiletten" (je weet wel, die ze vroeger in Frankrijk hadden).


En we hebben geen keuken. Op ons verzoek heeft de eigenaar een kleine koelkast in de kamer gezet zodat we wat ontbijt-spulletjes kunnen bewaren en natuurlijk onze broodnodige gekoelde drankjes, maar koken kunnen we niet. Ook dat is in Indonesië niet zo vreemd. We hebben gehoord dat ook voor gezinswoningen het lang niet altijd gebruikelijk is dat deze zijn uitgerust met een keuken.
Iedereen eet hier eigenlijk altijd buiten de deur. Overal zijn stalletjes, kraampjes en warungs (kleine lokale restaurantjes) waar je voor weinig geld een ontbijtje, lunch of avondmaaltijd kunt kopen (veel rijst en mie met kip, vis, tofu of ei). Men had ons al van tevoren verteld dat het hier goedkoper is om bij de lokale tentjes te eten dan om zelf te koken en dat klopt. Toen we bij Marij logeerden hebben we een paar keer zelf gekookt maar dat is zeker niet goedkoper. Tenzij je in de toeristische, westers georiënteerde restaurants gaat eten natuurlijk want die zijn, hoewel nog steeds niet echt duur, in verhouding wel prijzig.


We wonen zo'n 4 km buiten het centrum en voor ons dagelijks vervoer schaffen we het nationale vervoersmiddel aan. Na de helmen, doen we dus wederom (dit keer een echte) diepte-investering en we kopen een eigen brommertje: een Honda Vario 150 PGM-F1, met maar liefst 15 paardenkrachten onder de zitting... Voor hier een prima vervoersmiddel, want hij brengt ons overal waar we wezen willen en we kunnen er ook nog het één en ander op meenemen. Ideaal dus. (Nou ja, behalve dan als je, zoals gisteren, door een tropische stortbui wordt overvallen...)